De franchisenemersvereniging en het overleg

"De franchiseovereenkomst is de overeenkomst waarbij de franchisegever aan een franchisenemer tegen vergoeding het recht verleent en de verplichting oplegt om een franchiseformule op de door de franchisegever aangewezen wijze te exploiteren voor de productie of verkoop van goederen dan wel het verrichten van diensten."

(art. 911 BW: wet Franchise)

Kansrijke én complexe samenwerking

Franchisenemers zijn meestal zelfstandig ondernemers met een lokale oriëntatie. Lokale betrokkenheid is vaak zichtbaar en succesvol: ze vormen het hart van bruisende binnensteden- en periferie. Het runnen van een franchiseonderneming is veelal een 24/7 bezigheid die plaatsvindt binnen de kaders van de afspraken met de franchisegever. Maar als die afspraken veranderen of het is niet mogelijk om de onderneming goed te laten draaien onder de huidige afspraken, dan moet er overleg worden gevoerd met de franchisegever. Bovendien is het de franchisenemer die de lokale markt bewerkt en veel directie informatie verkrijgt over de formule en de klanten die voor de franchisegever van belang is om de formule te optimaliseren. Deze complexe en wederzijdse samenwerkingsvorm vraagt om een bepaalde mate van wederzijds respect, transparantie en betrokkenheid.

Franchisenemersverenigingen

Franchisenemersverenigingen zijn organisaties van en door franchisenemers die bestaan om op een werkbare en verantwoordelijke wijze invulling te geven aan de taak om met de franchisegever tot overleg en nette afspraken voor het collectief van franchisenemers te komen. Ze bestaan in meer vormen, informeel en formeel met statuten, met en zonder zeggenschap. 

Collectief overleg

Collectieve ontwikkelingen en veranderingen worden meestal besproken aan de onderhandelingstafel van de Franchiseraad. Deze tafel is in feite de organisatie van het overleg tussen de franchisegever en de vertegenwoordig van de franchisenemers als het gaat om collectieve onderwerpen. Aan deze tafel informeert de franchisegever de franchisenemers over de ontwikkelingen van de formule en de stakeholders, maakt franchisegever afspraken met de franchisenemer en vraagt zij instemming voor bepaalde besluiten. Deze tafel is meestal gebouwd op een Franchisereglement met informatie- en overlegafspraken enerzijds en een (statutair) mandaat voor de franchisenemers die voor het collectief van franchisenemers aan die tafel plaatsnemen. Die mandaat staat meestal in de statuten van de franchisenemersvereniging.

Instemmingsrecht

 Wat FNN betreft is het instemmingsrecht van artikel 7:921 BW dat is gekoppeld aan bepaalde wijzigingen van de franchiseformule een vorm van medezeggenschap. Wanneer doorvoering van een wijziging door de franchisegever bepaalde financiële gevolgen heeft voor de franchisenemers, dan kan zo’n wijziging niet zonder instemming van de franchisenemers plaatsvinden.

Ook voor 2023 werkten veel formules al met een overlegstructuur om informatieverstrekking te verzorgen, om te zorgen dat veranderingen gemakkelijk en zonder verzet konden worden doorgevoerd. Via een klein comité vond voorwerk plaats voor draagvlak. Hoe belangrijker dat draagvlak, hoe meer inspraak de franchisegever moest toestaan. Goede onderhandelaars kwamen daarmee soms ver. Vaak ook werden besturen van de franchiseverenigingen aan de onderhandelingstafel afgetroefd en genegeerd. Er was immers niet of nauwelijks een plicht om met franchisenemers te spreken en onderhandelen kost geld en tijd. In veel formules heeft dat gezorgd voor een basishouding van wantrouwen. Dat zorgt voor slecht overleg en een suboptimale werking van de formule. Gelukkig zijn en waren er altijd al goede voorbeelden van een volwassen overlegstructuur. De formules die het meest hadden gewerkt aan een stabiele overlegstructuur met een bepaalde mate van wederzijds respect, zullen het minst hebben gemerkt van de inwerkingtreding van de wet. Dat was de algemene veronderstelling en bleek ook uit het door FNN gevoerde onderzoek.

Goed overleg

Interessant zijn de manieren die franchiseverenigingen hebben gevonden om het overleg goed zetten. Door de mandaten goed te regelen, door goede informatievoorziening tussen bestuurders onderling en tussen de bestuurders en de ALV. Door een manier te vinden om te gaan het altijd lastige onderwerp van vertrouwelijkheid. En natuurlijk door met de franchisegever een evenwichtig franchisereglement op te stellen. Met de invoering van de wet is daarbij dus het instemmingsrecht gekomen, dat een belangrijk deel van wat was in feite ondersteunt en zelfs overneemt. Verenigingen zijn in de afgelopen tijd druk bezig geweest om het instemmingsrecht te verwerken in het franchisereglement. Helaas zijn er geluiden dat dit nog niet overal tot het beste resultaat heeft geleid.

FNN gaat ervanuit dat de pre-wettelijke prikkels die aanleiding zijn geweest voor afstand en wantrouwen natuurlijk niet direct verdwenen zijn, alleen omdat de wetgever heeft geroepen dat goed franchisegeverschap betekent dat de franchisegever de franchiseformule ontwikkelt en innoveert zodat deze commercieel relevant blijft, ook voor de franchisenemers die deze formule exploiteren. Dat de franchisegever daarbij de franchisenemers tijdig en werkelijk moet betrekken, met de nodige transparantie, het liefst via de franchisenemersvereniging. Het blijft mensenwerk, van franchisenemers die zich 24/7 druk maken voor de franchiseonderneming, die niet altijd zijn geschoold in de materie als de franchisegever. Er is nog steeds kennis en steun nodig om zaken goed te laten lopen. FNN volgt deze ontwikkelingen ook in het kader van de evaluatie van de wet.

Begin bij het begin

Er is veel over dit onderwerp te vertellen, maar het begint bij het begin. Zie en deel de gezamenlijke belangen en pak ze op. Zoek de juiste mensen voor de juiste job. En denk aan de belangen die hiermee worden gediend. Het kan taai genoeg zijn om ondersteuning te zoeken. In FNN worden de ervaringen gedeeld.